Energietransitie van fossiele brandstoffen naar schone opwekking en slimme opslag van energie voor een nieuwe industriële revolutie binnen 27 jaar.
Energietransitie moet zorgen dat over 27 jaar olie (benzine, diesel) gas (propaan, LPG) kolen (elektriciteit) door niemand meer wordt gebruikt. De laatste brandstof auto wordt in 2035 verkocht. De koper van die auto kan daar dus nog 15 jaar mee rijden. Zou jij een nieuwe auto kopen die je die gegarandeerd na 15 jaar naar de sloop kan brengen?
In 2050 zijn we zover dat de EU geen CO2 meer uitstoot.
Daar is nu alle beleid op gericht. Wetgeving wordt nu aangepast omdat het lang duurt voordat in alle lagen van onze samenleving fossiele brandstoffen zijn weggewerkt. Over 27 jaar gebruiken we dus allemaal andere brandstoffen zonder CO2 uitstoot. Alleen weten we nu nog niet wat die brandstoffen zullen zijn. Wordt het elektriciteit, waterstof of iets anders?
Je leest deze blog waarschijnlijk als millennial geboren tussen 1980 en 1995. Precies zolang hebben we dus om de energietransitie te voltooien. Ter vergelijking, de eerste smartphone kwam halverwege de jaren ‘90 op de markt. Zolang als we over de ontwikkeling van die eerste smartphone tot de snelle 5G toestellen van nu hebben gedaan, hebben we dus om van brandstof te wisselen.
Volgens recente cijfers van het CBS bedroeg in 2021 het aandeel hernieuwbare energie in Nederland in ongeveer 12%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Het betekent dat nog steeds 88% van het totale energieverbruik afkomstig is van niet-duurzame bronnen.
In 2 jaar is er 3,2% meer duurzame energie bijgekomen.
Iets meer dan 1,5% procent meer duurzame energie per jaar is op dit moment de toename in Nederland. Niemand weet of dit zo blijft of dat de toename in de komende 27 jaar groter gaat worden. Omgerekend hebben we 90% : 27 jaar = 3,3% groei per jaar nodig. Een ruime verdubbeling van wat we tot nu toe gepresteerd hebben. Dat zou toch haalbaar moeten zijn.
Of we ook bereid zijn onze consumptie van energie aan te passen naar de eisen van een duurzame energievoorziening is een ander vraagstuk. Onlangs riep Stedin bedrijven op om alleen veel energie te verbruiken als er veel energie beschikbaar is. Zoals bij zonnig weer of tijdens perioden met veel wind. Maar of dit haalbaar is in onze 24 uurs economie?
Een troef die de Nederlandse overheid heeft ligt op de Noordzee.
Energietransitie in Nederland moet voor het grootste gedeelte van de Noordzee komen. Waar andere landen het van waterkracht moeten hebben heeft Nederland geen andere keuze dan windenergie. Zonne-energie is nu nog een mooie groeimarkt. Maar om echt zoden aan de dijk te zetten zijn grotere oppervlaktes goedkope grond nodig.
We hebben heel veel wind en de Noordzee. Daar heeft de overheid een plan voor gemaakt: Windenergie op de Noordzee. De kamerbrief van Rob Jetten van afgelopen 16 september is een gevolg van de ‘Esbjerg-verklaring’ die zegt: de Noordzee wordt de groene energiecentrale van Europa.
Deze verklaring werd overeengekomen op 18 mei 2022 tijdens de Noordzee Top in Esbjerg. Het belangrijkste uit die kamerbrief van Rob Jetten is in mijn optiek het volgende citaat:
Windenergie op zee zal naar verwachting de grootste bron van nationale energieproductie worden. Dit betekent dat windenergie op zee vitaal is voor onze voorzienings- en leveringszekerheid: Rob Jetten in: Kamerbrief windenergie op zee 2030-2050
De Esbjerg verklaring zegt dat het volledige offshore windenergie potentieel moet worden benut. Het is een gezamenlijk overeengekomen doel van Duitsland, Denemarken, België en Nederland. In 2050 moeten deze landen met windenergie de helft van het vermogen leveren wat de EU nodig heeft om klimaatneutraal te zijn. Grote ambities dus.
5 doelstellingen uit de Esbjerg-verklaring
- de landelijke uitbreiding van windenergie en groene waterstof vergroten,
- een eerste energie-eiland met een verbinding tussen Denemarken en België,
- het vermogen op het eerste energie-eiland maximaliseren tot 10 GW in 2040,
- de oprichting van een ander energie-eiland in de Noordzee,
- de Noordzee afschermen om toekomstige energie-eilanden te kunnen stichten.
Nederland zet in op elektriciteit.
Om de doelstelling CO2 neutraal in 2050 te halen met de inzet van veel elektriciteit is de overheid ons elektriciteitsnetwerk flink aan het verzwaren. In de media lezen we nu dat dat problemen geeft met de snelheid waarmee dit kan gebeuren. In een eerdere blog over alle grote overheidsprojecten ten behoeve van de energietransitie kun je precies lezen waar de moeilijkheden en de succes behaald worden.
De grote hoeveelheden elektriciteit moeten vanaf de Noordzee aan land worden gebracht. Dan wordt het verdeeld over het netwerk. Het netwerk moet zowel pieken als tekorten kunnen verwerken omdat het aanbod niet meer constant is zoals vroeger. Toen brandde er een gas of kolencentrale die constant energie opwekte en elke dag evenveel het netwerk opstuurde.
Hoe ziet onze energievoorziening er volgens de overheid in 2050 uit?
In het Klimaatakkoord (2019) en het regeerakkoord (2021) is afgesproken om het beleid van windenergie op zee door te zetten. Rond 2030 moet daardoor ongeveer 21 gigawatt aan windparken op zee staan. Deze leveren dan 16% van alle energie in Nederland en 75% van het huidige elektriciteitsverbruik.
Onlangs hebben Nederland, Denemarken, Duitsland en België afgesproken om voor 2050 windparken met een totaal vermogen van 150 gigawatt in de Noordzee te bouwen, met een doel van 65 gigawatt voor 2030. Nederland neemt 21 gigawatt hiervan voor haar rekening. De periode tussen 2030 en 2050 is onzeker over de doelstellingen en uitvoeringen.
In het document: Wind op zee na 2030 kijkt de overheid naar de mogelijkheden en wensen. Daarin wordt eenvoudig gezegd dat er 2 opties zijn: (jazeker het staat er echt)
- We zijn in 2050 als land zelfvoorzienend in onze duurzame energie.
- We zijn in 2050 niet zelfvoorzienend in onze duurzame energie.
In beide scenario’s wordt de duurzame energie geleverd door windenergie vanaf de Noordzee. Verschillende mogelijkheden zijn wetenschappelijk bestudeerd. De uitkomsten daarvan zijn nu beschikbaar. De stand van zaken is dat die wetenschappelijke rapporten nu gebruikt gaan worden om keuzes te maken. Met nog 27 jaar te gaan neemt de druk toe.
Een medewerker van Tennet, de grootste partij die verantwoordelijk is voor de daadwerkelijke aanleg en uitvoer van de netwerken die de elektriciteit gaat verdelen, vertelde laatst in het NOS journaal dat het gemiddeld 8 jaar duurt voordat een transformatorstation gebouwd is.
Die 8 jaar was zonder de jaren die daaraan vooraf gaan voor administratieve procedures als vergunningen, aanbestedingen, ruimtelijke ordening procedures en zo meer. Er vanuit gaande dat er geen stikstof belemmeringen zijn zoals op dit moment.
Wordt alles dan elektrisch?
Zoals het er nu naar uitziet wel. Alle andere vormen van bruikbare energie zijn nog onbekend of experimenteel. De energietransitie gaat dus over elektriciteit. Het grootste probleem daarbij is de opslag. Daarom waren de eerste elektrische auto’s rond 1900 ook al niet succesvol. Ze waren schoon en gebruiksvriendelijk maar je kon niet makkelijk tanken.
Terug naar de Noordzee. De windparken op de Noordzee moeten dus al onze benodigde energie gaan opwekken. Alleen waait het niet altijd. Op windstille dagen moeten we dus de opgewekte energie van de storm van vorige week gebruiken. Op dit moment is waterstofproductie daarop het antwoord. Waterstof is een duurzame energiedrager. Dat wil zeggen dat je met windmolens opgewekte elektriciteit waterstof kunt produceren.
Waterstof kun je opslaan en vervoeren. Daarmee kun je dus elektriciteit opslaan en vervoeren en door de verbranding van waterstof weer omzetten in energie. Probleem opgelost. Alleen om dit concept te realiseren hebben we naar waarschijnlijkheid langer dan 27 jaar nodig. Daarnaast vergt het realiseren van een elektrische groene waterstof economie astronomische investeringen. In zowel geld als in CO2 uitstoot.
Om alleen al de windmolenparken te bouwen op de Noordzee en de verdeelstations in de kustwateren te bouwen. Met daarbij de aanlanding stations op het land zijn we tientallen jaren verder. Met een enorme CO2 uitstoot ten behoeve van bijvoorbeeld staalconstructies voor de verdeelstations. 1 verdeelstation op zee bestaat uit ongeveer 25.000 ton staal. We hebben tot 2030 ongeveer 20 verdeelstations nodig. 500.000 ton staal staat gelijk aan 1.000.000 ton CO2 uitstoot. Lees hier over het onderzoek van ABN-AMRO over staal productie.
Naast windparken en verdeelstations zet de overheid in op het produceren van waterstof op de Noordzee. De locaties hiervoor worden liefkozend energie eilanden genoemd. Bij nader onderzoek blijkt dat dit concept volop in de onderzoeksfase is. Nog geen concrete opdrachten deze ook daadwerkelijk te bouwen.
De toekomst is opwindend.
Energietransitie in Nederland is een gigantische klus. Alle mogelijkheden voor de opwekking en opslag worden onderzocht en benut. Zowel de overheid als het bedrijfsleven is keihard bezig een wonder te verrichten. Je weet nu dat we de ambities om in 2050 CO2 neutraal te zijn niet kunnen halen. Alleen al omdat we een gigantisch voorschot nemen op de CO2 uitstoot die we nu veroorzaken om neutraal te worden.
Maar je weet ook dat een duurzame toekomst de enige weg is. Daarom bezoek je ons platform. Ook jij kunt je bijdrage leveren door een baan in de duurzaamheid te vinden. Ben je wellicht monteur? Kijk dan eens op deze pagina’s met mooie kansen. Doordat iedereen helpt de transitie te maken bereiden we ons voor op een zachte landing in 2050.
Geschreven door Michel Kleinjan